Startpagina
Overzicht Boodschappen Kindje Jezus

 

Het Kindje Jezus van Praag op 3 februari 2020

 

In de kerk tijdens de H. Mis

In de kerk zag ik tijdens de H. Mis, op de kelk van de priester, het Kindje Jezus van Praag in een rood gewaad links op de kelk, in het midden was een kruis en rechts een hemelsblauw stuk land. Rechts onderaan het stuk land was ook een gebied te zien dat als een grote zwarte stip leek, als verbrand. Het land daarboven leek in een bloedrode kleur ondergedompeld te zijn. Het hemelsblauwe stuk land was het land dat de Heer had afgestapt. (Zie boodschap van 6 januari 2020). Het verbrande land, dat eruitzag als een grote zwarte stip, was helaas het gebied van verschillende buurlanden (Oostenrijk, Tsjechië, Slovenië, een deel van Kroatië). Polen is helaas het land bedekt met de bloedrode kleur.

 

Boven de bouwgrond van het Huis Jeruzalem na de H. Mis

(Opmerking: op talrijk verzoek van de pelgrims wordt de originele tekst van de opname gepubliceerd.)

Manuela (= M): “O, daar komen drie wondermooie gouden bollen gevlogen, de grote in het midden en twee kleinere rechts en links. Ze komen over de kerk. Nu stoppen ze bij de bouwgrond Huis Jeruzalem.

Eerst gaan de twee kleine bollen open en er komt een wondermooi stralend licht uit.

Nu opent zich de grote bol in het midden en een wonderbaar licht komt uit deze grote bol. Het Kindje Jezus van Praag met een grote gouden kroon treedt uit de bol. Het draagt een rood gewaad en een rode mantel, versierd met goudbrokaat. Op de voorkant van Zijn gewaad draagt Het Kindje Jezus een gouden kruis. O! En aan het kruis is Hij ook tegelijk als gekruisigde Heiland levend.

Rechts en links zie ik nu twee engelen met schouderlang, goudblond haar in een wit uit één stuk gewaad uit de gouden bollen tevoorschijn komen met blote voeten, de handen gevouwen biddend gericht naar de Hemel. Ze houden hun handen rechtop.  

 

Het Kindje Jezus heeft donker krullend haar en wondermooie blauwe ogen. De arme Heiland hangt aan het kruis met het Kostbaar Bloed van Zijn wonden. Hij zegent ons in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

 

De Heer zegt: "Bemin je Mij?"

M: "Ja Heer!"

 

De Heiland zegt: 'Vertrouw je Mij?'

M: "Ja Heer!"

 

De Koning van de Hemel (onder de gedaante van een kind) zegt: "Vraag de mensen of ze Mij beminnen en of ze Mij vertrouwen!"

De pelgrims antwoorden: "Ja, Heer!"

 

Dan zegt de Heer:

"Zie, uit Mijn zijwonde, die de lans veroorzaakte, is Mijn Heilige Kerk ontstaan."

M: "Het Kostbaar Bloed vloeit."

 

Jezus spreekt tot ons

"Bid, bid, bid. Bid de gebeden tot Mijn Kostbaar Bloed. Mijn Kostbaar Bloed is jullie redding!

Zie hoezeer ze Mij toch dagelijks kruisigen!

Maar Ik wil jullie zuiveren door Mijn Kostbaar Bloed. Het is belangrijk dat jullie trouw blijven aan Mijn woorden."

M: "O Heer, besprenkel ons met Uw Kostbaar Bloed!"

 

En Hij doet het ook! We moeten bidden:“Glorie zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, nu en altijd. Amen.”

 

Zijne Majesteit spreekt:

"Zie, alles is in Mij! Ik kan naar je toe komen als Kind, maar ook als gekruisigde Heiland. Ik kan ook beide tegelijkertijd zijn. Niets is onmogelijk voor Mij. Ik ben jullie Heiland. Ik ben jullie Redder. Hoe bemin Ik jullie toch! Ik laat Mijn trouwe schapen niet alleen. Ik laat jullie niet verloren gaan.”

 

M: "Ik heb nog verschillende intenties.”

“De vader (overleden vader van een pelgrim) waar ik om vraag is in Uw Koninkrijk. Ja. Ik zeg het aan de pelgrim!"

 

De Hemelse Koning zegt:

"Ik schenk jullie nu Mijn genezende zegen."

M: "Heer, ik vraag ook speciaal voor diegenen die vandaag niet konden komen. Ja, U neemt ze in Uw Hart, en ook wij allen. Dat is heel mooi. Ik dank U, Heer, uit heel mijn hart.“

 

De Heer voltrekt nu met ons de hartenruil. Nu zie ik Zijn Gouden Hart. Het gaat ook door de gekruisigde, levende Heiland. Het gaat door de gekruisigde Heiland.^Het straalt uit naar ons. Wondermooi! Bloed en water zoals stralen. Ze komen naar ons toe. Dit is de genezende zegen voor ons deze keer, "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" moeten we bidden. O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, leid alle zielen naar het Paradijs, vooral hen die Uw barmhartigheid het meeste nodig hebben.

 

De Heiland spreekt:

"O rode offerroos Duitsland, zo wijs en toch zo misvormd. Ik ontferm Mij over jullie.

Ga nu in vrede met Mijn zegen. Ik blijf met jullie verbonden en zegen jullie in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen."

 

"Adieu!"

M: "Adieu, mijn Heer! Adieu! Adieu!"

 

En de bollen sluiten zich alle drie eensklaps samen met het pulserende licht buiten.  Ja!

Onze Vader die in de Hemel zijt...

 

(Eigen opmerking: in stilte vroeg ik de Heer waarom Hij altijd bidt "In de naam van de Vader en de Zoon ..." en niet "In de Naam van de Vader en in Mijn Naam ...". Hij is toch de Heer zelf. Hij antwoordde mij, dat Hij altijd  wenst dat mensen meebidden en bidt voor ons alleen het bekende gebed.)